lucky luke
gechiedenis van luky luke
Het eerste Lucky Luke verhaal ('Arizona 1880') verscheen in 1947 in de Robbedoes Almanak 1947, getekend en geschreven door de Belg Morris (Maurice de Bevere). In 1948 verscheen het eerste album: 'Dick Digger's goudmijn'.
In het 6e album 'Vogelvrij' voert Morris voor het eerst de Daltons ten tonele. In dit verhaal komt het tot een vuurgevecht, waarin Lucky Luke de bende doodschiet. Morris heeft al snel spijt van dat snelle einde, en bedenkt een truc: vier neven van de oorspronkelijke Daltons treden in de voetsporen van hun illustere familieleden. Ze zijn even dom, zien er hetzelfde uit (oplopend in lengte, etc.), maar hebben andere voornamen en gaan niet meer dood.
Na enige ontsnappingen van de Daltons wordt in 1969 ('In het spoor van de Daltons') de 'hulp' ingeroepen van Rataplan, de waakhond van de gevangenis, maar nog 'dommer dan zijn schaduw'. Genoeg stof voor nieuwe grappen derhalve...
Vanaf het 9e album 'De spoorweg door de prairie' ontstaat een samenwerking met de Fransman René Goscinny (vooral bekend van Astérix), die tot aan zijn dood in 1977 het scenario blijft schrijven voor de Lucky Luke verhalen. Na de dood van Goscinny zijn er nog diverse mensen, die scenario's hebben geschreven voor een aantal Lucky Luke verhalen. De voornaamsten zijn Xavier Fauche, Jean Léturgie, Lo Hartog van Banda en Bob de Groot.
In 1983 liet Morris Lucky Luke stoppen met roken. Op de website is er een filmpje te bekijken (0:17) waarin Morris vertelt waarom. In feite had het vooral te maken met commerciële belangen in Amerika... Hoe dan ook, vanwege het feit dat hij Lucky Luke liet stoppen met roken kreeg Morris op 7 april 1988 een onderscheiding van de Wereld Gezondheids Organisatie.
Sinds 1987 verschijnt er een aparte reeks over de hond Rataplan, en in 1995 verscheen Kid Lucky, het eerste verhaal van een (tot nu toe erg korte) reeks over de jeugdjaren van Lucky Luke.
